Wat dat betreft lijkt de voetbalwereld verdacht veel op de echte wereld… ‘Mijn’ club heeft vorige week, na een solide winstpartij, gelukkig de eerste drie punten van dit seizoen binnengehaald. Het voetbal was minstens net zo goed als de Europese pot tegen de Oostenrijkse angstgegner eerder die week. Ik volg iedere wedstrijd en met mij vele anderen. Voetbal is tegenwoordig big business. Voetbalclubs zijn commercieel, soms beursgenoteerd, en proberen zo veel mogelijk mensen aan zich te binden via kids clubs, mailings en social media. Je wordt overstelpt met ‘de messaging’ van de club, in de hoop dat je fan wordt én blijft. Mensen aan je binden, daar draait het tegenwoordig om in de marketing. Waarom een voetbalclub je graag als bijvoorbeeld Facebookfan wil hebben? Voor de poen! Een fan laat graag zien dat hij fan is en koopt je merchandise. En als hij het deelt op zijn sociale netwerken, zien mensen in zijn omgeving dat ook en is de kans groter dat zij zich ook zullen binden met die club. Het werkt hetzelfde voor een producent van bijvoorbeeld consumentenelektronica: via sociale kanalen houden ze je op de hoogte van het laatste productnieuws, met als doel een merkvoorkeur te creëren en uiteindelijk meer producten aan je te verkopen. Hier is niks mis mee, omdat je er zelf voor kiest deze merken te volgen. Het gaat hier vooral om de verstuurde boodschappen vanuit de club, maar toch haal ik, als fan, meer voldoening uit het volgen van journalisten die over mijn club schrijven, dan dat ik informatie ontvang van de ‘bron’ zelf. Waarom lees ik dan toch liever de mening van derden? Volgens mij om twee redenen: Je kunt niet niet-kritisch op jezelf zijn. Tijdens de wedstrijd volg ik voornamelijk de journalisten Rik Elfrink en Thijs Slegers via Twitter. Zij twitterden dat PSV onvoorstelbaar stond te knoeien en dat ze net als vorig seizoen nog steeds wisselvallig spelen. De club zelf was een stuk positiever. Producenten van middelmatige televisies zullen dus ook niet snel roepen dat hun eigen televisies niet goed zijn en dat er betere toestellen op de markt zijn. Je kunt niet alle informatie op straat gooien. Rik en Thijs spreken vaak met spelers, managers, clubs en spelersmakelaars. Als ze informatie hebben, dan delen ze die met hun volgers. De club zelf kan dit niet doen, omdat ze mogelijk nog in onderhandeling zijn met spelers en clubs. Als ze dan details gaan publiceren, kan dit het onderhandelingsproces schaden. De producent van iPhones zal ook niet snel over de daken schreeuwen dat hun producten onder zware omstandigheden worden geproduceerd. Dat wil niet zeggen dat voetbalclubs helemaal geen kijkje in de eigen keuken moeten geven. Het is juist goed wanneer zij hun deuren openen en transparant zijn. Iedere supporter wil graag een keer op het veld van zijn club spelen en zich omkleden in de kleedkamers. Ik denk ook dat iedere fan benieuwd is naar wat er zich achter de schermen afspeelt. Zo heeft Sparta Rotterdam ooit de reallifeserie ‘Achter de poorten van Het Kasteel‘ gemaakt en kon men meekijken met alles wat binnen de club gebeurt, van bestuurskamer tot kleedkamer. Het pakte niet helemaal goed uit, maar het is te prijzen dat clubs dit durven: het ware verhaal vertellen. Ook in het bedrijfsleven is dat steeds belangrijker en dat merken we als PR-bureau steeds vaker. Het gaat al lang niet meer om het zenden van een gekleurde boodschap, maar we zijn veel meer op zoek naar het ‘ware’ verhaal van bedrijf en het bijbehorende product. Journalisten en lezers pikken het ook niet meer als een rookgordijn wordt opgeworpen. Zo’n lezer ben ik ook wanneer ik liever de tweets van de PSV-watchers volg, dan wanneer ik het nieuws op de website van PSV zie. Moraal van het verhaal: met alleen social media kom je er niet. Je hebt als bedrijf nog steeds een onafhankelijke stem nodig die een eerlijk oordeel velt over je product. En als dat een zwak product is, steek dan je energie in het verbeteren van dat product. Zo hoop ik dat PSV de komende tijd de nodige versterkingen kan aantrekken om de defensie op orde te krijgen!
August 18, 2014