De toekomst van ‘het nieuws’
De Amerikaanse Jeff Jarvis weet waar hij over spreekt als het gaat over ontwikkelingen in de journalistiek. Hij is journalist, bladenmaker, professor op de universiteit van New York en auteur. Zijn nieuwe boek is een uitgebreid essay waarin hij antwoord wil geven op wat de toekomst van het nieuws is, nu internet het nieuws kapot heeft gemaakt. De introductie en het eerste hoofdstuk staan inmiddels gratis online op Medium. Jarvis schrijft dat mediatitels ‘niet bang moeten zijn, maar technologie juist moeten omarmen om zo kansen te kunnen benutten’.
Dat is natuurlijk al een veelgehoorde uitspraak (lees: saai cliché). Volgens hem hebben kranten en tijdschriften de eerste stappen online gezet, maar weinig publicaties maken echt gebruik van de mogelijkheden die online biedt. Het internet zorgt er namelijk voor dat je veel meer over je lezer te weten kunt komen en hem ook op maat kan bedienen met voor hem relevant nieuws.
Meer dan contentcreatie
Het gaat volgens Jarvis nog steeds om het maken van content, maar daar draait het niet meer alleen om. Het is slechts één vorm om het publiek te informeren en te bedienen. En dat bedienen kan op nog veel meer manieren. Consumenten krijgen nu een continue stroom aan informatie over zich heen. De belangrijkste vraag die een journalist zichzelf kan stellen is hoe hij waarde kan toevoegen aan die continue stroom van informatie in een gemeenschap.
Het brengen van extra informatie, vragen stellen die niemand anders stelt, het plaatsen van informatie in de context. Het zijn de gebruikelijke journalistieke vaardigheden, maar nu niet om het slechts gebruikelijke verhaal te maken: het gaat om dat stapje extra zetten.
Nieuws gratis weggeven?
In mijn tijd als journalist bij een regionale krant zag ik hoe moeilijk het was om bepaalde gebruiken te veranderen en om dat stapje extra te zetten. Hoewel die krant een van de eerste online was, waren journalisten begin 2010 vaak nog helemaal niet bezig met het online verhaal. Het draaide om het verhaal in de krant en internet deden ze er maar een beetje bij. Ik opperde in mijn jeugdig enthousiasme om een gedeelte van het interview dat niet in de krant paste op internet te plaatsen. De reactie was: “We gaan toch geen nieuws gratis weggeven?”
Die zin is me altijd bijgebleven, omdat ik juist de kansen zag van internet als extra medium om je lezers te informeren. Bij een regionale krant bestaat dat lezerspubliek uit inwoners van diverse omliggende gemeenten. Vroeger hadden al die gemeenten vaak wat eigen pagina’s met dorpsnieuws.
Een journalist was dus verantwoordelijk voor al het nieuws uit ‘zijn’ gebied en daar kreeg hij ook de ruimte voor in de krant. Tegenwoordig zie je al veel meer dat nieuws wordt gegroepeerd en journalisten een grotere regio moeten verslaan. Het probleem: nieuws gaat sneller en het werk moet worden gedaan met minder mensen, waardoor het allemaal wat oppervlakkiger wordt. Als journalist heb je ook gewoon niet meer de tijd om wekelijks een kopje koffie te drinken in het wijkgebouw (een verwijt dat ik toen kreeg vanuit het dorp) om nieuws te vergaren.
Niet meer verbonden met de krant
Het nadeel van het samenvoegen van (te) veel gemeenten in het regionale katern is dat de lezer zich ook niet meer echt verbonden voelt met die krant. Want nieuws uit het eigen dorp is nog wel interessant, maar nieuws over een ander dorp al veel minder.
Hoe word je wel weer interessant voor je lezer? “Een lokale nieuwssite zou moeten weten waar je woont, wat er in je omgeving speelt en wat je bezig houdt. Nieuwsbedrijven zouden die informatie moeten gebruiken om de informatie te personaliseren. Leer je lezers kennen en luister naar ze”, schrijft Jarvis.
Tools inzetten om je lezer te leren kennen
Daar is geen speld tussen te krijgen, want mensen zijn nog steeds op zoek naar nieuws. Maar hoe? Kunnen huidige kranten met hun personeelsbestand/structuur/werkwijze dat wel? Daar heb ik het antwoord ook niet op, maar ik denk dat ze wel moeten om te blijven voortbestaan. Met de huidige tools kun je veel beter meten wie je lezer is, waar mensen naar op zoek zijn in, wat ze bezig houdt. Een stukje automatisering om je doelgroep beter te leren kennen en beter te kunnen bedienen, maar dan moet je daar wel voor open staan als redactie.
Dat betekent niet dat je de nieuwsagenda volledig moet laten bepalen door het publiek, maar wel meer ‘luisteren’ naar waar ze naar op zoek zijn. Of zoals Jarvis het stelt: “There is nothing wrong with listeing to the people we serve. If you discover there are thousands of cancer patients in your market, then why not add an oncologist’s blog and a cancer community? If you learn that people are enraged about train service, that’s the best reason to assign a reporter to investigate.”
Het derde deel van het boek wordt op een later moment op deze blog behandeld.