De verwachting is dat ruim één op de zes Nederlanders het komende jaar weleens online eten en drinken bestelt. Daardoor gaat de omzet van online supermarkten met dertig procent stijgen, blijkt uit onderzoek van Multiscope. Ik begrijp dat wel, want ik vind het een uitkomst. Boodschappen doen vind ik namelijk een noodzakelijk kwaad, wat te veel tijd en moeite kost (alle producten in je mandje, op de band leggen, daarna weer in een tas doen). Het is ook raar dat in een tijdperk waarin we al jaren alles online bestellen, de supermarkt een beetje achterblijft. Ook al kopen we massaal kleding en schoenen online, toch struin ik liever een middag door een kledingwinkel dan door een supermarkt.
“Waarom bestel je dan nu pas je boodschappen online, jij early-adopter?”, vraag jij je misschien af. Online laten bezorgen of afhalen in de supermarkt kan immers al een tijdje bij de bekende ketens. Voor mij waren de extra bezorgkosten of het alsnog naar de winkel moeten om je bestelling op te halen altijd een te hoge drempel. Bovendien had ik geen zin om uren thuis te blijven om te wachten tot de bezorger eindelijk aan de deur kwam. Ain’t nobody got time for that. Totdat nieuwkomer Picnic in Utrecht gelanceerd werd. Geen fysieke winkels, alleen te bestellen via een app, geen bezorgkosten, bezorging in de avonduren en tot op het kwartier nauwkeurig te volgen wanneer de bezorger voor je deur staat. Om nog maar te zwijgen over hun goede customer care en waardering voor terugkerende klanten. Ik ben fan.
Ik vind het leuk om te observeren wat de resultaten van het onderzoek van Multiscope, in combinatie met mij eigen ervaring, nu eigenlijk zeggen en wat voor trend hierin te ontdekken is.
Collega Michiel schreef het al in zijn laatste blog: “Waar we voorheen alles snel en behapbaar wilden, isde tegentrend nu ook steeds meer zichtbaar.” Ging het in dit geval over content, mijns inziens valt hier een bredere markttrend te bespeuren. Het wc-papier wat we nou eenmaal altijd gebruiken en waar we tevreden over zijn, kunnen we best laten bezorgen. We weten immers wat we in huis halen en hoeven niet elke keer alle verschillende soorten merken wc-papier te bekijken. Met andere woorden: als we dan wél de moeite nemen om naar een fysieke winkel te gaan, willen we een beleving, met unieke, lokale of handgemaakte producten die we kunnen proeven en ervaren.
“Beleving” werd als één van de vijf trends genoemd in het rapport ‘Het nieuwe Winkelen’ van INretail: “Nu is het meer dan ooit zaak dat retailers hun winkel als merk gaan bewaken en laden naar de consument. Een duidelijke winkel met een strakke focus op doelgroepen is een must. Waarin ben je goed? Wat maakt je uniek? Waarom komen consumenten bij jou? Waarom zouden ze jou aanbevelen aan hun vrienden? Het enige antwoord hierop is het creëren van beleving. Beleving zorgt voor emotie en emotie doet kopen!”
Uit eerder onderzoek bleek ook al dat bezittingen maken ons minder gelukkig maakt dan ervaringen.
De focus op beleving en ervaring sluit aan bij bijvoorbeeld de opening van de ‘niche’ winkels, zoals de pepernotenwinkels en recent nog de Tony’s Chocolonely winkel. Verder zijn er de Jumbo-foodmarkets en Albert Heijn XL’s die een totaalbeleving bieden, inclusief live-cooking en de gelegenheid om te proeven. Zie ook het recente nieuws dat Albert Heijn met een nieuw concept komt in Utrecht.
Naast content en online shoppen zou je daarom kunnen zeggen dat voor marketing en klantbeleving in het algemeen geldt; bied goede producten die aansluiten bij de behoeftes van je doelgroep en die zorgen voor een totaalervaring. In dat geval zijn mensen zeker bereid om tijd uit te trekken en om hun huis uit te komen. Zelfs deze luie jongere.
