Als je kijkt naar de Gouden Loeki’s van de afgelopen jaren kun je zien dat het merendeel van de winnaars doorspekt zitten met humor. De Gouden Loeki allertijden is overigens gewonnen door Rollo’s olifant. Een toonbeeld van geslaagde humor.
Humor is op bijna iedere merk toe te passen. Zelfs de meest serieuze onderwerpen kun je op een humoristische wijze onder de aandacht brengen. Een goed voorbeeld daarvan is de film: Er Ist Wieder Da
Tijdens de doorloop van de film kun je lachen om de rare situaties van Adolf Hitler in de moderne tijd. Tegen het einde van de film zit je melig in je stoel te grinniken totdat je uit het niets een klap in je gezicht krijgt. Zonder te veel weg te geven, maakt de film tegen het einde een serieuze ommekeer die ervoor zorgt dat de uiteindelijke climax veel harder aankomt. Het is net de humor die ervoor zorgt dat je de serieuze boodschap extremer opneemt.
Maar hoe schrijf je een humoristisch verhaal? Denk eens aan alle tv-programma’s, films en boeken die jou laten lachen. Deze zijn allemaal gevuld met grappige karakters: de archetypes.
Wie kent ze niet? De strenge baas, de aardige loser, de neuroot, het genie en de dromerige hippie. Je zou het zo snel niet zeggen maar al deze karakters zijn ooit eerder omschreven in de Commedia del’ Arte uit het late Renaissance in Italië. Hoewel ze al behoorlijk stoffig zijn, werken ze nog steeds. Op de dag van vandaag wordt de meeste comedy geschreven vanuit dit soort karakters. De belangrijkste regel hiervan is dat je het opmerkelijke van je karakter moet uitvergroten. Een zenuwachtig type trilt bijvoorbeeld werkelijk als een rietje en stottert zijn verhaal bij elkaar. Het werkt overigens ook goed om een contrast te gebruiken: wanneer het domste figuur in de ruimte opeens slimmer blijkt te zijn dan de rest, wordt dit al snel grappig gevonden.
De Griekse filosoof Aristoteles stelde dat het succes van humor hem in de verassing zit.
Zet een verwachting neer en kom uiteindelijk met iets compleet anders.
Puur omdat je het niet ziet aankomen is de clou grappiger. Hoe meer details je in de opbouw gebruikt, des te sneller zet je de kijker op het verkeerde been waardoor de clou beter aankomt. Om er voor te zorgen dat je genoeg details weet op te sommen, kun je als volgt te werk gaan: Neem een onderwerp in gedachte en schrijf op wat voor associaties je hebt met dit onderwerp.
Laten we als voorbeeld een pantoffel nemen. Wat is je vroegste herinnering aan een pantoffel? Hoe ziet een doorsnee pantoffel eruit? Wat is de lelijkste pantoffel die je ooit hebt gezien? Hoe is het als je een te kleine pantoffel aantrekt. Of een te grote? Etc. etc. Hoe meer je opschrijft des te meer details je in je verhaal kunt verwerken.
Het werkt ook goed om je voor te stellen wat er gebeurt als je iets vervangt. Bijvoorbeeld, wat gebeurt er wanneer je een willekeurig alledaags voorwerp vervangt met een pantoffel. Zoals koffie drinken uit een pantoffel ipv. je koffiemok. Zie je het al voor je?
Wanneer je dit niet meteen voor jouw verhaal werkt, kun je ook persoonlijke ervaringen in je verhaal plaatsen. Met name je meest moeizame momenten kunnen heel goed werken voor comedy. Mensen hebben namelijk de vervelende aandoening dat wanneer iemand anders iets vervelend overkomt wij er snel om moeten lachen.
Wanneer je zelf een vervelende dag hebt, zie je hier niet snel de humor van in. Maar wat gebeurt er wanneer je jouw eigen vervelende situatie gaat koppelen aan een bedacht karakter? Je zult zien dat je er opeens wel de humor van in gaat zien en het ook kunt gebruiken voor je eigen verhaal.
Dit zou je bijvoorbeeld zelf niet willen meemaken. Maar grappig is het wel.
Kortom, er zijn genoeg invalshoeken om met humor te schrijven. Maar om er zeker van te zijn dat het grappig is, zul je het eerst moeten testen. Het wordt al snel als irritant gezien wanneer de grap niet landt.