Wat is UTM?
UTM staat voor Urchin Tracking Module, en het helpt je om het succes van je marketingcampagnes te volgen. Dit doe je door UTM-tags toe te voegen aan de URL’s van je links. UTM-tags zijn korte stukjes tekst die extra informatie toevoegen over de bezoeker en zijn klikgedrag. Dankzij deze extra informatie kan je in Google Analytics terugvinden welke link of knop je bezoekers naar jouw website heeft gebracht, omdat het programma de UTM tags herkent.
UTM-codes, ook wel UTM-parameters genoemd, die je met UTM-tagging maakt, zorgen ervoor dat je precies kunt bijhouden welke campagnes, platforms en berichten de meeste conversies hadden en het meeste verkeer naar je site sturen. Het gebruik van UTM helpt je om te begrijpen welke campagnes écht werken en hoe je je marketinginspanningen kunt optimaliseren.
Waarom zou je UTM-parameters gebruiken?
UTM-parameters helpen je om campagnes nauwkeurig te volgen. Ze verdelen je websiteverkeer in specifieke segmenten, zodat je gedetailleerd inzicht krijgt in de effectiviteit van je marketinginspanningen. Wil je weten welk socialemediaplatform het meeste verkeer naar je site stuurt of welke e-mailcampagne de meeste betrokkenheid oplevert? Dan gebruik je eenvoudig een UTM-code om die informatie te verzamelen.
Hoe maak je UTM-codes?
Met handige UTM-builder tools zoals Google’s Campaign URL Builder maak je eenvoudig UTM-codes. Hier is een stapsgewijze handleiding:
- Bezoek de Google URL Builder.
- Voer de URL in van de pagina die je wilt volgen.
- Vul de vereiste UTM-parameters in: bron, medium en campagne.
- Voeg optioneel een term en content toe voor meer gedetailleerde tracking.
- Genereer de URL en gebruik deze in je marketingcampagnes.
Zo voerden we voor een van onze klanten recent een campagne uit om een webinar te promoten, waarbij we socialemediaposts maakten voor elke spreker. Elke spreker kreeg een eigen post met een link naar de inschrijvingspagina van het webinar. In de UTM-tag voegden we de naam van de spreker toe. Hierdoor konden we analyseren welke spreker de meeste inschrijvingen genereerde. Dit soort gedetailleerde tracking helpt ons om de effectiviteit van onze campagnes te meten en te optimaliseren.
Veelgemaakte fouten om te vermijden
Zorg ervoor dat je enkele veelgemaakte fouten vermijdt bij het gebruik van UTM-codes. Test altijd je URL’s om er zeker van te zijn dat ze goed werken en de juiste gegevens vastleggen. Let ook op consistente naamgeving voor je UTM-parameters, zodat je geen verwarring krijgt in je data. Vergeet daarnaast niet om op de hoogte te blijven van updates in UTM-formaten, zodat je tracking altijd accuraat blijft.
Best practices voor UTM’s
Om UTM-tracking effectief te gebruiken, zijn er enkele best practices die je het beste kunt volgen. Bekijk regelmatig je UTM-verkeer in Google Analytics om trends te ontdekken en je campagnes te optimaliseren. Werk samen met je analyseteam om ervoor te zorgen dat UTM’s consistent worden toegepast binnen alle afdelingen. Overweeg ook autotagging voor je Google Ads advertentie om het proces te vereenvoudigen en tijd te besparen. Door deze stappen te volgen, haal je het meeste uit je UTM-tracking en kun je je marketingcampagnes naar het volgende niveau tillen.
Hoe bekijk je UTM-data in GA4?
Volg deze stappen om UTM-data in Google Analytics (GA) 4 te vinden:
- Log in op Google Analytics en selecteer het GA4-account.
- Klik vervolgens op het tabblad “Reports”.
- Open onder “Acquisition” het tabblad “Traffic acquisition”.
- Bekijk de UTM-parameters: let op dimensies zoals “Session source/medium” of “Session campaign” voor UTM-data.
- Voeg vergelijkingen of filters toe: gebruik “Add comparison” of “Add filter” om data te verfijnen op basis van UTM-parameters.
- Analyseer of exporteer data: bekijk of exporteer het rapport indien nodig.
UTM Cheat Sheet
Bron
De bron is de site of het platform waar het verkeer vandaan komt (bijvoorbeeld: Facebook, je website of een nieuwsbrief). Zorg ervoor dat al het verkeer van één bron onder hetzelfde label valt, want soms weet Google Analytics dit niet samen te voegen. Facebook kan in Google Analytics bijvoorbeeld als verschillende versies verschijnen, afhankelijk van waar de gebruiker vandaan komt (zoals: facebook, m.facebook.com, l.facebook.com). Door UTM’s te gebruiken en de bron voor elke Facebook-post en -campagne als “Facebook” te labelen, voorkom je dat Google Analytics het verkeer als meerdere bronnen weergeeft.
Extra tip: bepaal van tevoren hoe je bronnen wilt labelen, zodat je voorkomt dat er verschillende versies van dezelfde bron worden aangemaakt. Kies bijvoorbeeld voor “Facebook” of “Instagram” in plaats van labels zoals “Instagram-Facebook” of “Facebook,Instagram”.
Let wel op: verschillende marketeers kunnen bronnen anders labelen. Zorg ervoor dat jij je bronnen op een consistente manier labelt, zodat je het verkeer van verschillende platforms goed kunt analyseren. Als je bijvoorbeeld “dcm” gebruikt als label voor campagnes via DoubleClick Campaign Manager, kun je later niet meer achterhalen of die campagne via Criteo of GQ liep.
Medium
Het medium is het kanaal waar je verkeer vandaan haalt, zoals e-mail of Social Display. Dit is een verplicht veld waarmee je organisch en betaald social verkeer van elkaar kunt scheiden.
Extra tip: gebruik bij het maken van aangepaste mediums UTM’s die aansluiten bij de mediums die Google al gebruikt. Dit voorkomt dat verkeer in een andere categorie belandt dan waar Google het normaal zou plaatsen. Gebruik bijvoorbeeld “email” voor e-mailnieuwsbrieven en campagnes in plaats van “E-mail”.
Let wel op: sommige marketeers gebruiken “cpc” als medium voor betaalde mediacampagnes. Google herkent “cpc” echter als betaalde zoekopdrachten, waardoor dit verkeer automatisch in de groep voor betaalde zoekopdrachten terechtkomt. Dus als je bijvoorbeeld een Facebook-campagne labelt als facebook/cpc, wordt dit verkeer toch als betaalde zoekopdracht geclassificeerd, terwijl het eigenlijk sociaal verkeer is.
Campagne
Dit verwijst naar de specifieke campagne die gebruikers naar je site brengt, zoals een promotie, een nieuwe product-e-mail of een feestdagenspecial.
Extra tip: zorg ervoor dat je campagnenaam consistent blijft in alle UTM’s die je voor die campagne gebruikt. Als je socialemediacampagne bijvoorbeeld “BrandCampaign” noemt, zorg er dan voor dat andere campagnes, zoals displaycampagnes, niet anders worden gelabeld, zoals “Brand_Campaign”.
Term
Dit optionele veld kun je gebruiken voor zoekwoorden, doelgroepen of andere elementen die je in je UTM-structuur hebt bepaald, zoals “jacket keyword”, “maillijst” of “retargeting”.
Extra tip: wees consistent in wat je labelt. Als je het veld “term” gebruikt voor doelgroepen, label dan niet sommige doelgroepen als “retargeting+audience” en andere als “retargeting_audience”, “retarg” of “retargeting”.
Content
Dit optionele veld gebruik je voor creatieve uitingen, advertentietypes of andere elementen die je binnen je UTM-structuur hebt bepaald, zoals “afbeelding zwarte riem” of “carousel unit”.
Extra tip: denk goed na over de details. Bijvoorbeeld, in Q1 kunnen campagnes “riem” als content hebben, terwijl je in Q2 misschien “zwarte-riem” gebruikt.
Op zoek naar professionals in UTM-tracking? Neem dan snel contact op met onze digitale marketeers: stuur een e-mail naar [email protected] of bel naar +31 40 235 4600 voor een persoonlijk gesprek.